De historische methode die gehanteerd wordt bij de berekening van de statistieken in de dataset Toewijzing vertraging per maand houdt rekening met de som van alle minuten vertraging veroorzaakt door 'grote incidenten' (intern bekend als ‘relazen’**) op het spoorwegnet zoals gemeld aan het Onderzoeksorgaan Ongevallen Incidenten Spoor (OOIS) en de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) krachtens het Koninklijk besluit van 16 januari 2007 tot vaststelling van sommige regels betreffende de onderzoeken naar ongevallen en incidenten bij de spoorwegen.
De criteria voor het definiëren van ‘grote incidenten’ zijn als volgt:
- 1 reizigerstrein die door een incident 20 minuten of meer vertraging oploopt
- Meerdere reizigerstreinen die door een incident minstens 40 minuten vertraging oplopen
- Incidenten die leiden tot (gedeeltelijk) afgeschafte treinen
- Incidenten met impact op de exploitatieveiligheid
Er is geen exacte correlatie tussen de minuten vertraging in de ‘grote incidenten’ en het stiptheidscijfer omdat:
- Niet alle minuten opgenomen in de ‘grote incidenten’ ook effectief een impact hebben op de stiptheid (een trein kan zijn vertraging nog inhalen).
- Er zijn ook treinen die met meer dan 6 minuten vertraging in hun eindpunt aankomen, maar die niet zijn opgenomen in de ‘grote incidenten’ omdat ze niet voldoen aan 1 van de 4 bovenvermelde criteria.
Teneinde een volledig overzicht te bezorgen van de oorzaken en verantwoordelijkheden van vertragingen, hebben we een nieuwe dataset ter beschikking gesteld: Maandelijkse stiptheidsverlies oorzaken.
De gegevens in deze nieuwe dataset zijn als volgt:
- Voor elke trein met een vertraging van 6 minuten of meer bij aankomst op een meetpunt* wordt een analyse gemaakt van de oorzaken van alle minuten vertraging tijdens het traject en wordt een proportionele score toegekend voor elke vastgestelde verantwoordelijkheid.
Voorbeeld: de IC trein 507 Oostende-Eupen vertrekt stipt op tijd vanuit Oostende, komt twee minuten te laat aan in Brussel-Zuid (seinstoringsprobleem, verantwoordelijkheid van Infrabel) en heeft 6 minuten vertraging bij aankomst in Eupen (een bijkomende 4 minuten laattijdigheid door defect rollend materieel, verantwoordelijkheid van NMBS). De enige onstipte meting is de meting van de trein in het station van Eupen, maar de twee minuten vertraging in Brussel worden ook meegerekend.
Toewijzing Infrabel: 2 minuten op een totaal van 6 minuten, dus 1/3 van de vertraging voor deze meting = 0,33 van de onstipte meting valt onder de verantwoordelijkheid van Infrabel.
Toewijzing NMBS: 4 minuten op een totaal van 6 minuten, dus 2/3 van de vertraging voor deze meting = 0,66 van de onstipte meting is ten laste van NMBS.
- De onstipte metingen opgeteld voor elke partij worden vervolgens vergeleken met het totaal aantal metingen.
In januari 2022 was Infrabel verantwoordelijk voor een totaal van 1153,5 onstipte metingen. Dit komt overeen met 1,02% van het totaalaantal metingen in dezelfde periode (113432 metingen).
In januari 2022 was NMBS verantwoordelijk voor een totaal van 2556,98 onstipte metingen. Dit komt overeen met 2,25% van het totaal aantal metingen in dezelfde periode (113432 metingen).
In januari 2022 was de stiptheid van de treinen 93,6%. De 6,4% onstipte metingen werden toegewezen aan Infrabel (1,02%), NMBS (2,25%) en andere stakeholders (de resterende 3,13%).
De categorieën waaraan vertragingen worden toegewezen zijn als volgt gedefinieerd:
- Infrabel: vertragingen gegenereerd door de infrastructuurbeheerder in termen van betrouwbaarheid van de infrastructuur, beheer van werkzaamheden en verkeersregeling
- NMBS: vertragingen bij de NMBS op het gebied van de exploitatie van de treindienst en de betrouwbaarheid van het rollend materieel
- Derden: vertragingen te wijten aan oorzaken die niet rechtstreeks verband houden met de activiteiten van Infrabel en de spoorwegondernemingen. Voorbeelden: ongevallen aan overwegen, aanrijding van een persoon, diefstal van kabels, enz.
Nota: de categorie 'derden' vertegenwoordigt een kleiner deel van de vertragingen in de gegevens "alle minuten" dan in de gegevens "grote incidenten", omdat grote incidenten meestal leiden tot het openen van een 'relaas'. Ze zijn daarom oververtegenwoordigd in de gegevens over "grote incidenten"; de gegevens over "alle minuten" geven een objectiever beeld van het aandeel van de vertragingen die daadwerkelijk worden veroorzaakt door oorzaken van derden.
- Robuustheid van het systeem: bepaalde oorzaken die niet zichtbaar zijn in de analyse van de grote incidenten, maar die toch een grote impact hebben op de stiptheid in de realiteit. Voorbeeld : een trein loopt in elke halte 10s vertraging op en heeft in Brussel dan 2 minuten vertraging waardoor deze een andere trein hindert.
- Andere: vertragingen gegenereerd door andere spoorweg operatoren en vertragingen zonder vastgestelde oorzaak
*treinen worden als onstipt beschouwd wanneer ze aankomen op hun eindbestemmingsstation met een vertraging van meer dan 5 minuten en 59 seconden. Voor de treinen die door de Brusselse Noord-Zuid verbinding rijden, geldt als bijkomend meetpunt de aankomst in het eerste station van de verbinding die ze op hun reisweg doorkruisen.
**relaas : alle gebeurtenissen die, op het eerste gezicht, een ongeval of ongevallen of een incident of incidenten met betrekking of met een weerslag op de exploitatieveiligheid uitmaken en die zich op het spoorwegnet voordeden (Koninklijk besluit van 16 januari 2007 tot vaststelling van sommige regels betreffende de onderzoeken naar ongevallen en incidenten bij de spoorwegen).